Naast de "ordinaria" van de feestdagen, die veel mensen nog kennen uit hun jeugdjaren, wekt Quilisma ook de minder gekende "propria" – de specifieke gezangen voor een welbepaalde zon- of feestdag – weer tot leven.

Maar Quilisma wil ook díe gregoriaanse gezangen, die om een of andere reden omstreden zijn of die in de loop der geschiedenis uit de liturgie werden geweerd, als historisch erfgoed – en los van elke polemiek – opnieuw ten gehore brengen. Zo kregen bijvoorbeeld het Dies Irae en het Laetabundus opnieuw een plaats onder de kerkgewelven. Gaandeweg kon het koor tenslotte ook niet voorbijgaan aan zoveel andere schoonheid en daarom voert het nu ook oude en hedendaagse meerstemmige zettingen – al dan niet op gregoriaanse thema's – uit.

Dirigent Koenraad Verstichel

Koenraad Verstichel is de oprichter en dirigent van het Quilisma Ensemble.

Hij studeerde Master in Arts optie piano aan het Lemmensinstituut te Leuven. Na diverse specialisaties voor piano, kamermuziek en oude muziek in Barcelona en Venetië
studeerde hij orgel aan het Koninklijk Conservatorium te Gent. Hij was van 2006 tot 2011 als stadsorganist verbonden aan de Sint-Walburga en Pamele kerk te Oudenaarde.
Daarnaast gaf hij pianoles en begeleiding aan verschillende kunstacademieën in Vlaanderen.
In 2010 speelde hij voor het eerst zijn opus 1 voor orgel, het Salve Regina. Een werk met gregoriaans variërende thema's en een dansend karakter.
Hier een live opname.

In 2011 schreef hij de meerstemmige Missa cum dolore.

In hetzelfde jaar schreef hij enkele pianowerken waaronder 'Growing Through Life' dat hij opdroeg aan zijn petekind Lukas.

Hij is eveneens lid van de jonge pianistengroep Ottomani.

Met het Quilisma Ensemble probeert hij oud en nieuw bij elkaar te brengen. De gregoriaanse roots lopen als een rode draad doorheen het repertoire. Hij vult dit aan met meerstemmige muziek voor mannen en gemengd koor.
Momenteel bestaat de groep uit een 16-tal ervaren zangers. Dit stelt hem in staat om de vele 5 en 6 stemmige werken uit de polyfone traditie naar voren te brengen op concerten.
Deze renaissancemuziek vraagt om een grote vocale beheersing, toewijding aan de tekst en een zeer sterk innerlijk ritmegevoel.